1. Kaartgegevens
De oppervlakte van Frankrijk is 547.020 km2. In Frankrijk wonen 55.870.000 mensen. In Parijs, de hoofdstad van Frankrijk, wonen 8.510.000 mensen. In Frankrijk spreekt men Frans. Frankrijk is een van de grootste landen van Europa. Het land heeft zes buurlanden: Spanje, Zwitserland, Luxemburg, Duitsland, België en Italië. Frankrijk grenst nog aan twee staatjes: Andorra en Monaco. Frankrijk grenst voor meer dan de helft aan zee. De langste rivier is de Loire, 1020 km lang. Langs de Loire zijn veel mooie kastelen. Corsica ligt 170 km ten zuiden van Frankrijk. Corsica ligt in de Middellandse Zee. Frankrijk ligt in West-Europa. Na de Sovjet-Unie is Frankrijk het grootste land van Europa.
Op het 1e plaatje zie je een kano. Op het 2e plaatje zie je een fort. Op het 3e plaatje zie je een kasteel. Op het 4e plaatje zie je een kerk. Op het 5e plaatje zie je een kerk. Op het 6e plaatje zie je een picknickmand.
2. Landschap
In het midden van Frankrijk ligt het Centraal Massief. Daar komen veel uitgedroogde vulkanen voor. De rand van het Centraal massief bestaat uit steile kalkrotsen. Daar liggen de Cevennen. In het Zuiden van Frankrijk ligt de Provence. De Alpen zijn mooier dan je denkt. De hoge bergen in de Alpen zijn in de zomer en winter met sneeuw bedekt. In de Alpen ligt de Mont Blanc (Mont Blanc betekent: witte berg). Het is de hoogste berg van Europa. Hij is 4807 meter hoog. Frankrijk heeft nog een gebergte, dat zijn de Pyreneeën. De Pyreneeën liggen in Zuid-West-Frankrijk en Noord Spanje. In de Pyreneeën kom je haarspeldbochten en diepe ravijnen tegen. De hoogste bergtoppen liggen boven de 3000 meter. De Franse en Spaanse kanten van de Pyreneeën zijn verschillend. Aan de Franse kant van de Pyreneeën valt meer regen dan aan de Spaanse kant. Daarom is de Franse kant van de Pyreneeën vruchtbaarder. Er groeien aan de Franse kant van de Pyreneeën meer bomen. De Franse westkust ligt aan het kanaal en de Atlantische Oceaan. In het Noorden liggen duinen. De Franse zuidkust grenst aan de Middellandse Zee. Daar liggen prachtige zandstranden en luxe badplaatsen. De Alpen zijn het hoogste gebergte van Europa. De Alpen hebben een lengte van 1300 km en een breedte van 60 tot 360 km. In Frankrijk kom je vulkanen, meren en ravijnen tegen. Grote delen van Frankrijk zijn bedekt met bouwland en bossen. In het zuidwesten kom je moerasland, naaldwouden en zandgronden tegen. Op Corsica kom je olijfgaarden en droge gebieden tegen met struikgewas.
3. Klimaat
Frankrijk heeft vier klimaten. In het westen een zeeklimaat. In het midden van Frankrijk een landklimaat. In de bergen een bergklimaat. En langs de Middellandse Zee een subtropisch klimaat. Van Brest naar Calais en Strasburg regent het per jaar 75 tot 125 cm. Het grootste deel van Frankrijk heeft koele zomers en zachte winters met aardig wat regen. In het uiterste zuiden is het in de zomer heet en droog en de winters zijn zacht. In de bergen kan het in de zomer heet zijn en in de winter kan daar veel sneeuw liggen.
Hier zie je een kaart waar je ziet hoeveel regen er valt.
4. Middelen van Bestaan
In Frankrijk valt er zomers bijna geen regen, dan wordt de grond erg droog. Dan kun je goed druiven verbouwen. Daarom zijn er in Frankrijk duizenden wijngaarden. Nadat de druiven geplukt zijn, worden ze fijn getrapt. Van dat sap wat over blijft, wordt wijn gemaakt. Druiven hebben een droog klimaat nodig. Als in de winter de wijnstokken worden bemest zal de wijngaard vol met druivenstruiken staan met veel druiven eraan. Druiven kunnen niet goed groeien als het regent. Heel veel buitenlanders komen naar Frankrijk om druiven te plukken.
Hier zie je mensen die druiven aan het plukken zijn
De Parijse industrie groeide heel veel jaren. In de buitenwijken wordt van alles geproduceerd: van fietsen tot chemicaliën. Later begonnen de bedrijven Citroën te maken. Deze auto is typisch Frans De groei nam toen af voor de 2e WO. Dat was van 1940 tot 1944. Toen de Euro kwam, waren de prijzen in Euro’s en Franse Franken ín de restaurants. Verkeer en vervoer. Frankrijk is een druk land. Als je naar de stad wilt, heb je vaak met verkeersopstoppingen te maken. Je kunt het beste met het openbaar vervoer reizen. De bus en de metro bijvoorbeeld, ze zijn snel en goedkoop. In Parijs werd rond 1900 de eerste metropolitair geopend (ook wel metro genoemd). Behalve de metro heeft Frankrijk ook de TGV (Train a Grand Vitesse of hogesnelheidstrein). De TGV kan een snelheid van 300 km per uur halen. Dit zijn de tijden van de TGV.
Dit is de TGV.
Het Franse openbare vervoer behoort tot de beste en het meest efficiënte vervoer ter wereld. De TGV heeft een strakke vorm. Het lijkt net een vliegtuig zonder vleugels. Hij is wel 200 meter lang. De voor en achterkant hebben een scherpe neus die vooruit steekt. Zo heet de oranje trein naar Lyon de TGV Sud Est (dat betekend TGV Zuid-Oost). De trein naar Bordeaux is grijs en heet TGV Atlantique, omdat Bordeaux vlak bij de Atlantische oceaan ligt. De TGV heeft aparte wielen, daar zit plastic omheen. Dat slijt niet zo snel als gewone wielen. Dat plastic slijt wel, maar is makkelijk te vervangen. Eerst ontwierpen ze de TGV met gasmotoren. Maar de gasmotoren gaven problemen met het testen. Daarna probeerde men het met elektromotoren, dat ging goed. De elektromotoren gaan ook langer mee. In 1970 waren ze klaar met de bouw van de TGV. Toen moesten ze de treinen testen. Dat deden ze natuurlijk zonder passagiers. Als er iets gebeurt met de trein kan je dat doorgeven met een soort radio met beeldscherm. Als de TGV op topsnelheid rijdt, duurt het 2 km voordat hij helemaal stilstaat. De TGV weegt 400 ton en heeft net zulke sterke motoren als 50 auto’s. De TGV heeft 2 van zijn motoren die een gewicht van 400 ton moeten laten rijden op 300 km per uur.
5. Toerisme / wintersport
Heel veel Nederlanders gaan op vakantie in Frankrijk. Het worden er steeds meer. Veel mens gaan skiën in de Franse Alpen. Veel mensen gaan in de Middellandse Zee zwemmen, of ze gaan naar een badplaats bijvoorbeeld Nice of Cassis. Ze gaan ook naar meren, bijvoorbeeld Regional de la Foret. Veel mensen gaan naar dorpen en steden. Om de Eiffeltoren bijvoorbeeld in Parijs te zien. Ook wandelen er veel mensen in de bergen, de Alpen of Pyreneeën. Franrijk is onder Nederlanders de meest populaire vakantiebestemming.
6. Staatsvorm
Frankrijk heeft geen koning of koningin. Frankrijk is een republiek, ook een democratisch land. Dat betekent dat het volk de regering kiest. De leider van de regering is de president. Die is voor 7 jaar president. De president bepaalt wie de ministers worden. De gemeenteraad bestaat uit 577 afgevaardigden, die voor 5 jaar gekozen zijn. De president heeft veel macht. Hij kan de minister-president ontslaan. De president kan zo een beslissing nemen. Hij is de baas van het leger, hij kan toestemming geven kernwapens te gebruiken.
7. Godsdienst
Ongeveer 75% is katholiek. Dat zijn ongeveer 45 miljoen mensen. Zij gaan naar de kerk. Ongeveer 3 procent is moslim. Dat zijn ongeveer 2 miljoen mensen. Die gaan naar de moskee. 1,5 procent is protestant. Dat zijn ongeveer 1 miljoen mensen.
8. Levenswijze
Franse kinderen gaan ongeveer op hun derde naar de kleuterschool. Op hun zesde gaan ze naar de basisschool. Dat is een officiële leerplicht. Tot hun elfde blijven ze op de basisschool. Van 12 t/m 16 of 18 jaar gaan ze naar de middelbare school. Daarna gaan ze naar de universiteit. De Franse mensen werken hard. Ze maken soms overuren om meer geld te verdienen. Meer dan 60% van de vrouwen heeft werk. De kleine kinderen daarvan gaan naar de crèche. Na een werkdag is er niet veel tijd meer voor een activiteit. De meeste Fransen blijven dan ook thuis na het avondeten. Ze kijken naar de televisie, lezen de krant of luisteren naar de radio. In Frankrijk gaat men meestal vroeg naar bed. In Zuid-Frankrijk zit men ‘s avonds laat nog buiten te praten of te jeu de boulen. De kinderen in Frankrijk krijgen veel huiswerk op. In het weekend hebben de kinderen alleen vrije tijd. In hun vrije tijd leest men minstens drie keer per week de krant, kijkt men televisie of zit men buiten. Dit doet men minstens een keer per week, breien of naaien, naar muziek luisteren, met vrienden praten of tuinieren. Dit doet men minstens een keer per maand, vrienden bezoeken of ontvangen, wandelen of fietsen, naar de bioscoop of sporten. Dit is de werkdag van de Franse mensen: van half zeven tot zeven uur ontbijten. Van zeven tot acht begin school. Van acht tot negen begin werk. Van negen tot twaalf werk en school. Van twaalf tot twee middageten. Van twee tot vier einde school. Van vier tot vijf einde werk. Van vijf tot zes vrije tijd. Van zes tot zeven huiswerk. Van zeven tot acht avondeten. Van acht tot elf lezen en televisie. Van elf tot half zeven slapen. Voetbal is de meest gespeelde sport in Frankrijk. De sporten vissen en schieten worden ook beoefend. Tennis en paardrijden worden populairder. Zeilen en windsurfen ook. In de streken in Frankrijk de Ardeche bijvoorbeeld is wild-water kanovaren een bekende sport. Op vakantie gaan de Fransen in hun eigen land. Ze hebben 5 weken vakantie. 3 in de zomer en 2 in de winter. 7 % gaat naar de stad, 8% trekt rond, 16% in de bergen, 35% op het platteland en 44% aan zee.
Maak jouw eigen website met JouwWeb