Het land

 

Italië ligt in het zuiden van Europa. In het noorden grenst het aan Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en Slovenië. Het land is verdeeld in 20 provincies. In het oosten, westen en zuiden wordt Italië omspoeld door de Middellandse Zee. Het land is op de kaart gemakkelijk te herkennen, want het ziet eruit als een laars met een hoge hak.
Het eiland Sicilië zit dan net bij de `teen` van die laars. Italië heeft geen koning of koningin.
Italië is een republiek en heeft dus een president.
Het eiland Sardinië ligt een stuk meer naar het noordwesten.
In Italië worden er drie talen gesproken: Italiaans, Frans en Duits, maar in hotels of vakantieparken meestal ook Engels, omdat de meeste buitenlanders niet zo goed Italiaans kunnen spreken.

Italië bestaat voor ongeveer 78% uit heuvels en bergen, waarvan de meeste hoger zijn dan 700 meter. Het hoogste berggebied is het Monte Rosa, dit ligt op het Italiaanse-Zwitserse grens in het noorden in het Alpengebied. De hoogste top is de Doufourspitze, 4.643 meter hoog. Net over de grens met Frankrijk staat de grootste berg van Europa: De Mont Blanc van 4.807 meter hoog. De Alpen zijn ongeveer 60 miljoen jaar geleden ontstaan. Het Alpengebied is 900 km lang en van 150 tot 220 km breed. Onder de Alpen is de Po vlakte waar vele meren liggen. Bekende meren zijn bv. het Gardameer, Idromeer en het Lago Maggiore. Hieronder liggen belangrijke vakantieplekken, zoals de provincies Toscane en Umbrië. Het zuiden van Italië heeft een ruw, rotsachtig landschap.

Klimaat

Italië heeft warme zomers en zachte winters. In het noorden is het kouder. In de Alpen ligt meestal wel sneeuw, dus wordt er ’s winters natuurlijk ook veel geskied. Meer naar het zuiden wordt het weer mediterraan. Dit woord komt van de naam Middellandse Zee en betekent dat de zomermaanden droog zijn met maximaal maar 30 mm regen en een winter met ongeveer drie keer zoveel neerslag als in de zomer. Door dit mooie klimaat is Italië in de zomer een erg populair vakantieland.

Geschiedenis

De geschreven geschiedenis van Italië begint wanneer de Grieken enkele steden stichten in het zuiden van het land. In het noorden heersen de Etrusken en in het zuiden de Grieken, en precies tussen die twee gebieden lag de provincie Latium, waar de Romeinen woonden. Rome werd de belangrijkste stad van dit gebied en kreeg steeds meer macht. Nadat de Romeinen eerst de omliggende steden hadden veroverd, versloegen ze de in de vierde eeuw voor Christus de Etrusken en in de derde eeuw de Grieken in het zuiden. Zo ontstond uiteindelijk het gehele Italiaanse schiereiland en begonnen ze vele oorlogen.

Beroemde plekken

Rome is de hoofdstad van Italië.
Het is tegelijk de grootste stad van het land.
Rome is een heel oude stad. Oorspronkelijk was ze gebouwd op zeven heuvels aan de rivier de Tiber, ongeveer 25 km van de zee. De oude Romeinen veroverde het grootste deel van Europa. Rome was de hoofdstad van hun wereldrijk. Je kunt nu nog enkele van hun oude monumenten zien, zoals het Colosseum en de ruïnes van het Romeinse Forum.

De toren van Pisa

 

De beroemde toren van Pisa is de vrijstaande klokkentoren bij de Duomo kathedraal in Pisa en is ongeveer 55 m hoog. Het is jullie vast bekend dat hij scheef staat. Deze toren is zo scheef gezakt, omdat hij op een niet al te stevige ondergrond is gebouwd. De toren is ongeveer 4 meter in de grond gezakt, maar bouwers hebben de toren zo stabiel gemaakt dat het bezocht kan worden door mensen. Ze moeten dan 297 treden omhoog! Ze hebben veel gewicht aan de andere kant kunnen stoppen, zodat de toren niet nog verder scheef zou gaan staan of zelfs omvallen. De bouw van de eerste verdiepingen zijn begonnen op 9 augustus 1173. Het werk werd een paar keer stil gelegd omdat de inwoners van Pisa oorlog hadden met Florence en Genua. De toren van Pisa is nu dus al 834 jaar oud

 

Eten & drinken

 

Bij eten in Italië denken we gelijk aan pasta en pizza…smullen dus! Maar het Italiaanse eten is vooral zo aantrekkelijk omdat het heerlijk eten is. Vrij simpele gerechten met verse producten. Op zich zijn de dingen bij iedereen bekend en wordt er een overheerlijke maaltijd neergezet. Italianen eten net als in vele zuid Europese landen laat in de avond. Ze gaan naar de vele gezellige terrasjes en barretjes. Hier zijn vele gerechten verkrijgbaar zoals, broodjes, salades, pasta en pizza. Bekende gerechten zijn Bruchetta, lasagna, ravioli en spaghetti. Gezellig zitten is ook belangrijk, daarom bestellen mensen vaak wat voorgerechtjes op het terras en maken zo zelf een heerlijke maaltijd.